Test

Buurtschap Lheebroek

Buurtschap Lheebroek

Ongeveer 2 ½ kilometer ten noordoosten van Dwingeloo ligt het buurschap Lheebroek. Ten westen en noordwesten ervan liggen de Lheedermaden (aan de Dwingeler Stroom), ten zuiden de Lheebroeker-es en de boswachterij Dwingeloo met het uitgestrekte Lheebroekerzand.Dit natuurgebied werd in 1906 door Staatsbosbeheer aangekocht en is in de eerste decennia van de 20ste eeuw bebost. Het was hiermee één van de eerste nieuwe bosgebieden van Drenthe dat voordien bestond uit grote zand- en heidevlakten waarin de dorpen als kleine oases lagen. Bronnen vermelden: Leerbroek (1381), Lederbroke (1383), Leerbroeck/Lierbroeck (1640), LheeBroek (1812), Lhebroek (1851-1855).

Een nederzetting van vijf erven

De betekenis van de naam is: moerassig land (met bos) bij Lhee. Lheebroek is een satellietnederzetting van Lhee uit de 14e eeuw, gelegen op een zandrug in het beekdal van de Dwingeler Stroom. Gedurende de 17e tot en met de 19e eeuw telde de nederzetting vijf erven. Deze woonkern is tegenwoordig nog goed te herkennen aan de overzijde van de straat bij boerderij, tevens camping, "De Meistershof".

De panden op de erven zijn fraaie voorbeelden van zogenaamde ‘eigenerfden’-boerderijen. De eigenaar ervan was rijk genoeg om een eigen erf te houden, m.a.w. hij was onafhankelijk en kon zelfs arbeiders in dienst nemen. Oude eigenerfden-families als Bloemberg, Zantinge, Tissing, Klaassens en Mulder hebben in dit gedeelte van Lheebroek gewoond. In 1824 werd de buurschap getroffen door een ramp; en gevolgde van blikseminslag gingen twee boerderijen geheel in vlammen op. In 2023 brandde weer één van deze oorspronkelijke boerenplaatsen af (Lheebroek 18).

De hooilanden

Om door middel van bevloeiing de vruchtbaarheid van de landerijen te bevorderen werden er schutten in de Dwingeler Stroom geplaatst. In deze omgeving was het dan ook een bekend verschijnsel dat de madelanden (hooilanden) in de wintermaanden veranderden in één grote wateroppervlakte, zodat bij vorst een schaatstocht gemaakt kon worden van Lheebroek en naburige dorpen naar Beilen. Op 1 juni moest het water weer van de landerijen verdwenen zijn en na Sint Jans (24 juni) vond de hooilandverhuring plaats. Aan het eind van de jaren 1920 werd de Stroom gekanaliseerd en mede door de opkomst van kunstmest kwam er een einde aan het zo karakteristieke en eeuwenoude beeld in de wintermaanden.

In de loop negentiende eeuw breidde Lheebroek zich uit langs de doorgaande weg naar Lhee met enige grote boerderijen en keuterijtjes en een (inmiddels opgeheven) schooltje. Samen met Lhee vormen de bewoners van het buurschap een hechte gemeenschap. Dit uit zich door het regelmatig organiseren van gezamenlijke activiteiten.